Boeren mét de natuur

Boeren en boswachters geen voor de hand liggende combinatie? Wel in onze agrarische polder! Het Flevo-landschap werkt al jaren samen met boeren in de omgeving. Zowel boeren als boswachters zien voordelen van de samenwerking. Hoe ziet dat er in praktijk uit?

© foto: Feenstrafotografie.nl
Hereford koeien op Schokland

Dat landbouw duurzamer kan en moet, daar is vrijwel iedereen het over eens. Intensieve landbouw heeft in Nederland de afgelopen decennia een negatieve impact gehad op het bodemleven, het grondwater en de biodiversiteit. Regeneratieve landbouw richt zich op het herstel van de bodem en het bodemleven. Bij Schokland experimenteert Het Flevo-landschap sinds 2022 samen met enkele pachters met regeneratieve landbouw. Terreinbeheerder Jasper Wolfswinkel, de drijvende kracht achter het experiment en twee van de deelnemende pachters, Marc van Telgen en Wilbert Kaat, vertellen er alles over.

Wat is regeneratieve landbouw?
Regeneratieve landbouw richt zich op het herstel van de natuurlijke processen in de bodem en herstel van het bodemleven. Voornamelijk door de bodem met rust te laten. Concreet: niet ploegen, de bodem bedekt houden met levende planten, meer diversiteit in beplanting, minder kunstmest, chemische en bestrijdingsmiddelen, dieren laten grazen en ‚stripgrazen’ (waarbij telkens maar een stukje van het veld wordt begraasd en de andere stukken zich kunnen herstellen). Dit brengt de natuurlijke werking van de bodem weer op gang, waardoor de bodem stapje voor stapje weer in balans komt. En een gezonde bodem, met alles wat er in leeft, zorgt voor een betere plantengroei, regulatie van koolstof in de bodem, een goede waterhuishouding, brengt gezondere producten voort, levert meer biodiversiteit op en houdt de voedingskringlopen in gang. Kortom: regeneratieve landbouw werkt niet tegen, maar mèt de natuur.

Door de bodem minder te bewerken en meer rust te gunnen, heeft de boer minder kosten en kan hij zijn tijd aan andere taken besteden dan ploegen, bemesten of onkruid bestrijden. Toch zullen de opbrengsten van de herstelde, gezonde bodem na enkele jaren gelijk zijn of hoger liggen dan die van een gangbare boer. Dus: lagere productiekosten en toch meer winst per hectare voor de boer! De natuur heeft vooral baat bij het niet meer ploegen. Heel veel insecten planten zich in de bodem voort, zoals bijna alle loopkevers en wilde bijen; 70 procent van de wilde bijen nestelt in de bodem. Zonder ploegen hebben ze een veel grotere kans op overleving. En dat zorgt er bij de loopkevers weer voor dat ze veel slakken opeten. Op hun beurt zijn die kevers weer belangrijk voedsel voor vogels. Naast voedsel voor vogels zijn de altijd begroeide akkers ook ideaal om in te nestelen, te foerageren en te schuilen.

Lagere kosten, meer winst

Jasper Wolfswinkel is beheerder natuur en landschap bij Het Flevo-landschap in de Noordoostpolder en zette het regeneratieve landbouwproject op bij Schokland. Het Flevo-landschap kocht hier voormalige landbouwgrond op om er nieuwe, natte natuur te realiseren. Jasper zag mogelijkheden om samen met pachters zowel aan een robuustere natuur, behoud van archeologie èn een meer biodiverse landbouw te werken. Jasper: „We werken in de dagelijkse praktijk al veel samen met pachters. Bijvoorbeeld in het beheer van terreinen. Vaak zie je echter dat pachters andere doelen en wensen hebben dan wij. De boer is ondernemer en zet vol in op een optimale productie, natuurbeheerders willen gezonde en vitale natuur realiseren. Dat botst soms. Bij regeneratieve landbouw vinden we elkaar. Natuurbeheerder en boer hebben ineens een gezamenlijk doel: door goed voor de bodem te zorgen vergroot je de kans op een goede oogst, maar profiteert ook de natuur. Een win-win-situatie.”

© feenstra fotografie
Een vitale bodem is essentieel voor een goede oogst.

Vertrouwen

Jasper beseft dat de overstap naar regeneratieve landbouw veel vraagt van pachters. “Anders gaan werken dan je gewend bent kost energie, vereist lef en vraagt veel vertrouwen. Vooral omdat de bodem enkele jaren nodig heeft om te herstellen en optimaal te renderen. We komen onze pachters daarom tegemoet met duidelijke afspraken over de gezamenlijke uitgangspunten en bieden aangepaste pachtcontracten. Als de opbrengsten tegenvallen, verlagen we de pachtprijs. Bij hogere opbrengsten is de pachtprijs iets hoger. Daarnaast verdelen we bepaalde kosten tussen ons en de pachters en komen we regelmatig samen om onze ervaringen te bespreken, te leren van elkaar en plannen te maken. Het is voor ons en de boeren experimenteren, leren en verbeteren; steeds maar weer. Maar je ziet het enthousiasme toenemen bij de boeren. Gezamenlijk gaan we mooie resultaten boeken. Daar ben ik van overtuigd.”

Nieuwe Natuur Schokland
In het zuidelijke deel van Werelderfgoed Schokland, tussen het voormalige eiland en de dijk langs het Ramsdiep, liggen unieke archeologische bodemschatten verborgen in de ondergrond. Verdroging en bodembewerking dreigen deze bodemschatten echter aan te tasten. Daarom wordt dit gebied, in samenwerking met de gemeente Noordoostpolder en met steun vanuit het Flevolandse Programma Nieuwe Natuur en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, lokaal natter gemaakt via een systeem van greppels. Een vochtiger bodem beschermt de archeologie. In totaal is hiervoor ongeveer 200 hectare land aangekocht. Op een deel van deze grond komt kruidenrijk, vochtig grasland dat een aanvulling is op het weidevogelgebied in de hydrozone aan de oostkant van Schokland. Grazend vee zal hier gaan helpen met natuurbeheer. Het resterende deel wordt verpacht voor regeneratieve landbouw. Kijk voor meer informatie op nieuwenatuurschokland.nl.
© feenstra fotografie
Pachter Marc van Telgen

Marc van Telgen van Hoeve Vredeveld heeft een gemengd bedrijf met akkerbouw, melk- en vleesvee (beide biologisch) en een zorgboerderij. Hij pacht enkele percelen bij Schokland waar hij duurzaam boert.

We hadden hier van de zomer kwartels

Marc: „Ik werk al best lang op Schokland. Ik beheer met mijn roodwitte Hereford vleeskoeien al jaren de hydrozone aan de noordoostkant van het eiland. Ze grazen daar tegen rietgroei. Toevallig vinden ze dat heel lekker en tegelijk beschermen ze zo de archeologie in de bodem. Daarnaast heb ik een pinkenweide langs de Palenweg en pacht ik 20 hectare op het eiland. Op mijn regeneratieve percelen aan de zuidkant wil ik met strokenteelt gaan werken. Dan staat er gewoon altijd een gewas als dekking en is er meer diversiteit op de akker zelf. Dat wij, door goed naar de bodem te kijken, met een combinatie van landbouw en veeteelt de biodiversiteit naar een hoger plan kunnen tillen, vind ik een fantastische ontwikkeling. De samenwerking met Het Flevo-landschap is ook prettig. Als ik iets wil bespreken bel ik even met Jasper of gooi ik het in de groep. Soms heeft een idee wat tijd nodig. Tegelijkertijd houden we elkaar zo scherp. En dat is goed; als pachter en natuurbeheerder moeten we het samen doen. We maken met elkaar een plan, spreken de verwachtingen naar elkaar uit en sturen bij als dat nodig is. Belangrijk is dat je niet te snel wilt, dat je niet teveel verwacht in het begin. Ook duurt het even voordat je je grond leert kennen. Dat fine tunen is leuk, dat geeft ook een boost.

Een gezond rendement moet op termijn makkelijk lukken. We zijn pas net gestart en kennen nog opstartproblemen, maar de pacht is laag en afhankelijk van de opbrengst. Weinig bodembewerking is ook een stuk goedkoper. Dat vang je op met een diversiteit aan gewassen, dieper en minder diep wortelend. Het Flevo-landschap laat zien dat ze ook in de boerenpraktijk met ons mee wil denken. Zo ontdekte ik deze zomer kwartels in het kruidenrijke grasland, terwijl het tijd werd om te maaien. Samen hebben we toen de optimale oplossing gezocht voor de kwartels en voor mij. Dat gaan we vast vaker krijgen, dat er ineens bijzondere soorten opduiken die extra aandacht vragen. Dat we minimaal bewerken is dan ook een voordeel.”

© feenstra fotografie
Pachter Wilbert Kaat

Wilbert Kaat heeft een akkerbouwbedrijf en woont en werkt naast Schokland.

We zijn aan het pionieren

Wilbert: „Voor ons bedrijf is het een mooie uitdaging om te kijken of op een andere manier landbouw bedrijven serieuze kansen biedt. Langzamerhand merken we hier rond Schokland dat de traditionele manier van akkerbouw niet altijd meer even makkelijk gaat. Peen is bijvoorbeeld een gewas dat je pas laat oogst. Door de bodemdaling, als gevolg van inklinkend veen, is het land daar tegenwoordig al snel te nat voor. Door de grond nu anders te gaan benaderen, maak ik een soort nieuwe start. Zo’n nieuwe werkwijze vergt tijd en investeringen. Vooral omdat er in de omgeving nog maar erg weinig ervaring is opgedaan met regeneratief werken. Wat dat betreft zijn we hier als boeren opnieuw aan het pionieren.

We pachten 26 hectare van Het Flevo-landschap. Daarvan is 10 hectare nu ingezaaid met kruidenrijk grasland. Mijn eerste belangrijkste les is dat je een duidelijke visie moet ontwikkelen op hoe we regeneratieve landbouw ontwikkelen voor ons bedrijf. Een praktisch voorbeeld is het kruidenrijke grasland. Wordt het maaien en verkopen als koeienvoer? Of composteren en weer als meststof uitrijden over het perceel? Of laten we er dieren op grazen? Tegelijkertijd nemen al die verschillende kruiden, met wortels op verschillende diepten, belangrijke mineralen op. Die wil je zoveel mogelijk beschikbaar houden en dus niet afvoeren.

Op het andere deel had ik wintertarwe met rietzwenkgras staan. Na de oogst hou je dan levende wortels in de grond, wat beter is voor de bodem. De ervaring leerde echter dat die gewascombinatie nog wel wat diverser mocht. De komende jaren zullen we dan ook zeker kijken naar combinaties met andere, meer diverse soorten. Ploegen doen we dit jaar niet meer. Komend voorjaar gaan we de grond mogelijk in stroken bewerken om suikerbieten in te zaaien. De grootste uitdaging is misschien wel of deze wijze van landbouw rendeert. Vooralsnog ziet het plaatje er nog goed uit. De pachtvoorwaarden van Het Flevo-landschap zijn variabel. Bij lage opbrengsten betalen we minder pacht, bij gunstiger opbrengsten betalen we meer. Dat biedt ons de nodige ruimte om te kunnen experimenteren. Zo zijn we vier jaar geleden gestart met niet-kerende grondbewerking, waarbij de grond niet meer diep wordt geploegd, maar ondiep wordt bewerkt. Mogelijk kunnen we hier op termijn ook regeneratieve akkerbouw toepassen.

De samenwerking met Het Flevo-landschap en de andere boeren is positief. Iedereen is actief en laat enorm veel interesse zien in elkaars ervaringen en in nieuwe kennis en ontwikkelingen.”

Dit artikel is eerder verschenen in het magazine van Het Flevo-landschap (editie 2023-3) in een driedelige serie over pachters van Het Flevo-landschap.

Steun ons werk

Bijna overal in Flevoland is wel een mooi natuurgebied in de buurt. Maar al dat moois is wel kwetsbaar. Onze boswachters zijn dagelijks in de weer om de natuur te beschermen en te behouden. Voor de financiering van ons werk zijn we afhankelijk van donaties. Help je mee?