Przewalskipaard

Het Przewalskipaard is het laatste wilde paard dat nooit de mens is gedomesticeerd. Het is ook een echt oerpaard en wordt beschouwd als voorouder van de huidige bekende paardenrassen. In 1968 stierf het dier uit in het wild. Met een fokprogramma van in dierentuinen levende Przewalskipaarden, werd het aantal Przewalski’s langzaam weer vergroot. Natuurpark Lelystad speelde een belangrijke rol in het terugfokken van deze iconische soort en fungeerde niet alleen als fokstation, maar ook als verzamellocatie van dieren die in 1992 op transport gingen naar Mongolië bij de herintroductie van de soort in het wild.

English Deutsch

© © Hans Krudde Fotografie

Tijdens de laatste ijstijd kwamen Przewalskipaarden waarschijnlijk in heel Europa voor. Dit is terug te zien aan de vele grottekeningen die kenmerken hadden van de Przewalskipaarden die zijn gevonden in onder andere Frankrijk en Spanje. Officieel werd het Przewalskipaard in 1878 door de Russische generaal Nikolai Przewalski ontdekt op een steppe in Mongolië. Er kwamen toen nog maar enkele kuddes voor met een klein aantal dieren. Door een steeds kleinere wordend leefgebied en jacht stierf het Przewalskipaard in 1968 uit in het wild.

Er leefden op dat moment wereldwijd nog wel een aantal Przewalski’s in dierentuinen. Om het voortbestaan van het Przewalskipaard te verzekeren werd met die dieren een reddingsplan opgesteld. Geschikte ‘dierentuinen-Przewalski’s’ werden verzameld in een fokprogramma, met als doel de aantallen paarden te vergroten zodat het dier niet definitief zou uitsterven. Uitzetten in het wild was een tweede doel.

Naam: Przewalskipaard

Soortnaam: Equus ferus przewalskii

Familie: Equus ferus

Leefgebied: Mongolië en China 

Lengte: 1,20 - 1,45 hoog

Gewicht: 200 - 340 kg

Voedsel: gras en kruiden

Op het randje van uitsterven

Natuurpark Lelystad speelde een kernrol in dit fokprogramma. Jan en Inge Bouman en Annette Groeneveld van de ’Stichting tot Behoud en ter Bescherming van het przewalskipaard’ trokken zich het lot van dit oerpaard aan en hadden zich de herintroductie van het przewalskipaard in Mongolië tot doel gesteld. Er was alleen nog een natuurlijk leefgebied nodig. Men vond die plek in het Natuurpark Lelystad. Op 4 juli 1987 opende professor dr. Vladimir Sokolov, voorzitter van de Russische Academie van Wetenschappen in Natuurpark Lelystad het nieuwe gebied voor de przewalskipaarden.

Alle dieren uit het buitenland kwamen eerst naar Lelystad en gingen in het natuurpark in quarantaine. Hier werd de eerste fokgroep opgezet, konden de dieren verwilderen en weer leven in groepsverband, zoals dat in de natuur ook voorkomt. De initiatiefnemers begonnen medio 1987 met het fokken en verwilderen van de dieren uit verschillende dierentuinen.

Terug naar Mongolië

In 1992 was het aantal gehouden paarden dusdanig toegenomen, dan enkele Przewalskipaarden weer konden worden uitgezet op de steppen van Nationaal Park Hustain Nuruu in Mongolië. Om de twee jaar werden zestien dieren vrijgelaten op dit 60.000 ha grote terrein. Met wisselend succes: veel paarden overleden door de extreme winters in het gebied.

Het Przewalskipaard heeft momenteel nog steeds een ‘bedreigde’ status. Er leven naar schatting slechts 178 paarden in de vrije natuur. Een aanzienlijk groter aantal dieren leeft momenteel echter in dierentuinen en omheinde wildgebieden. In Natuurpark Lelystad leven nu de dieren die destijds niet naar Mongolië zijn verhuisd.

Leefgebied

Het Przewalskipaard leeft op open steppen en halfwoestijnen in Mongolië en China. De dieren zijn echte bikkels, want het leven op deze steppen is zwaar. De weersomstandigheden kunnen extreem zijn. Van zeer hoge temperaturen tot zware winters met veel sneeuwval en temperaturen ver beneden het vriespunt.

De dieren hebben zich volledig aangepast aan het leven in de gebieden. Ze hebben een goed uithoudingsvermogen en hebben de mogelijkheid om hun hartslag en lichaamstemperatuur te regelen. Ze kunnen hun temperatuur laten dalen tot 15 graden! Zodoende besparen ze energie, hebben ze minder voedsel nodig en kunnen ze de winter overleven.

Echte grazers

Het zijn echte grazers. Het gras dat op de steppen groeit is hard en droog en de kiezen van de paarden zijn daar helemaal op aangepast. Zo hebben ze scherpe richels waarmee ze het gras goed kunnen eten en hoge kiezen die niet snel slijten. In deze harde grassen zitten zeer weinig voedingsstoffen. Om toch genoeg voedingsstoffen en energie binnen te krijgen, moeten ze veel eten. Meer dan de helft van de tijd staan Przewalskipaarden dan ook te grazen. Bacteriën in de blinde darm helpen nog eens extra mee om zoveel mogelijk voedingsstoffen uit het gras te halen.

De paarden staan een groot deel van de tijd met hun koppen naar beneden. Daardoor zijn ze kwetsbaar voor roofdieren en ander gevaar. Om toch alles goed in de gaten te kunnen houden zitten de ogen van het Przewalskipaard aan de zijkant van de kop. Verder kunnen ze ook heel goed horen en ruiken. Met hun beweeglijke oren vangen ze ieder geluid op en als ze iets bijzonders of gevaarlijks ruiken, trekken ze hun bovenlip op als signaal naar de andere paarden.

Harems

Przewalskipaarden zijn kuddedieren. Een kudde Przewalskipaarden noemen we een harem en deze bestaat uit een hengst, een paar merries met eventueel hun veulens. Hengsten die volwassen worden, worden uit de harem gezet. Zij sluiten zich aan bij een vrijgezellengroep. Uiteindelijk proberen deze vrijgezelle hengsten een nieuwe harem te beginnen met beschikbare merries of proberen ze een hengst met een harem te verslaan en zo de harem over te nemen.

In het voorjaar worden de veulentjes geboren na een draagtijd van 11 maanden. Een veulen moet direct staan en meelopen met de harem. Hoewel ze met een paar weken al gras beginnen te eten, blijven ze bij hun moeder drinken tot ze een jaar oud zijn. Vrouwtjes blijven bij de harem, maar krijgen vaak pas vanaf hun vijfde jaar zelf een veulen.

Het Przewalskipaard is vernoemd naar de Pools-Russische kolonel Nikolaj Przjevalski die het dier in 1878 ontdekte. Przewalski is voor Nederlandstalige sprekers een moeilijk woord en wordt hierdoor ook vaak gebruikt bij het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Niet alleen het woord zelf is moeilijk, maar ook de uitspraak van het woord. Je spreekt het uit als ‘prezjwalskipaard’.

Wist je dat?

- het Przewalskipaard 2 chromosomen meer heeft dan een modern paard.

- het Przewalskipaard wellicht een prehistorisch dier is? In diverse grottekeningen uit de prehistorie zijn afbeeldingen gevonden.

- Het Przewalskipaard een neef is van de zebra. 

- Przewalskipaarden heel wild zijn? Deze paarden zijn net als zebra’s te wild om tam te kunnen maken. 

- het Przewalskipaard in Mongolië ‘Takhi’ wordt genoemd. Dit betekent geest.