Wat is strokenteelt
Bij strokenteelt worden op een akker verschillende gewassen naast elkaar verbouwd. Door die variatie zie je zowel boven als onder de grond veel meer (soorten) insecten en andere bodemdieren. Ook kunnen akkervogels in deze stroken voedsel en een broedplek vinden. De opbrengst is vergelijkbaar of zelfs hoger dan bij een reguliere akker. Voedingsstoffen, water en zonlicht worden namelijk optimaal gebruikt en gewassen hebben minder last van ziektes.
Meer variatie op de akker
Bij strokenteelt kan de breedte van de stroken verschillen. Bijvoorbeeld 3, 6 of 12 meter. Bij 3 meter zijn de positieve effecten het meest optimaal. De gekozen breedte wordt mede bepaald door de breedte van de machines waarmee de boer kan werken. De stroken kunnen bestaan uit compleet verschillende gewassen of verschillende variëteiten binnen gewassen, bloemstroken of groenbemesters. Doordat er afwisseling is in gewassoorten, kunnen ziekten en plagen zich bovendien minder snel verspreiden, waardoor er minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn. Goede combinaties van gewassen zijn bijvoorbeeld ui-wortel, tarwe-erwt (minder luizen), grasklaver-aardappel (minder schimmeldruk), en tarwe-kool.
De voordelen van strokenteelt
Uit onderzoek blijkt dat bij strokenteelt de grondgebonden insecten (loopkevers, duizendpoten, spinnen) steeds van de ene strook naar de andere strook verhuizen voor voedsel of een schuilplaats. Dit afhankelijk van bewerking en oogst. De populaties blijven daarmee in stand. Naar de effecten van strokenteelt op onder meer akkervogels en zoogdieren is nog maar weinig onderzoek gedaan. Wel is bekend dat voor akkervogels de combinatie aardappel-tarwe gunstig kan zijn.
Robuuster systeem
Het telen van meerdere gewassen tegelijkertijd maakt het teeltsysteem bovendien robuuster voor de boer. Als een gewas minder presteert, kunnen andere gewassen dit mogelijk compenseren. Dat vermindert het risico van een slechte opbrengst. Welke gewassen en combinaties goed zijn, hangt erg af van de lokale omstandigheden. Het vraagt daarmee vakmanschap van de boer. Bijvoorbeeld leren kijken naar de ecologische omstandigheden, complexiteit accepteren en omgaan met variatie.
Bij strokenteelt past ook een nieuwe trend voor kleinere lichte machines, die ook functies als zaaien, oogsten en transport weer ontkoppelen. Daarmee kunnen ook de landbouwpercelen kleiner. Binnen die percelen kun je dan zowel ecologisch en intensief telen.
Mengteelt
Mengteelt is stap verder. Bij mengteelt teel je twee gewassen die een gunstige invloed op elkaar hebben door elkaar of in rijen van 1 a 1,5 meter breed. Succesvolle combinaties kunnen zijn mais afgewisseld met peulvruchten, zoals soja, linzen of veldbonen. Peulvruchten doen het ook goed met tarwe, omdat ze stikstof binden en een goede groenbemester zijn. Verder is een combinatie van mais en tarwe interessant, met name wintertarwe. De tarwe kun je oogsten in juli en de mais in oktober. Door een vroege en late teelt te combineren, benut je het volledige groeiseizoen en ga je efficiënter met licht, water en voedingsstoffen om.
